Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • au·to·klo·nen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

autoklonen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
autoklonen


onvolledig
  1. het vervalsen van de identiteit van een auto


Zelfstandig naamwoord

de autoklonenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord autokloon
     De politie heeft dit jaar ruim 200 zogenoemde autoklonen van de weg geplukt. Dat blijkt uit cijfers van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW). De teller stond begin december op 207.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Meer dan 200 autoklonen van de weg geplukt” (25-12-2012), Tubantia