• klo·nen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
klonen
kloonde
gekloond
zwak -d volledig

klonen

  1. (biologie) een identieke kopie van een levend wezen maken

de klonenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kloon
99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


  • klo·nen
Naar frequentie 32285

klonen

  1. nominatief bepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van klon