1. Schema dat kloneren in beeld brengt.
  • klo·ne·ren

kloneren

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kloneren
kloneerde
gekloneerd
zwak -d volledig
  1. (biologie) maken van een genetisch identieke kopie van een organisme
     Het Lindeboom Instituut heeft zich vooral geprofileerd op zaken die ethisch gevoelig liggen zoals kwesties rond het levenbegin als kunstmatige voortplantingstechnieken, en prenataal erfelijkheidsonderzoek, embryo-onderzoek en kloneren, zorg rond levenseinde en levensbeëindigend handelen.[2]
     In de klassieke benadering van de Bijbel is er volgens prof. Nullens ook sprake van problemen. Zo worden tegengestelde meningen met „Bijbels gezag” verdedigd en actuele vraagstukken als kloneren en het invriezen van embryo’s in de Bijbel niet besproken. „Het is dus niet zo eenvoudig om met de Bijbel in de hand voor dit soort vraagstukken een ethische oplossing aan te dragen.”[3]
38 % van de Nederlanders;
34 % van de Vlamingen.[4]
  1. kloneren op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron “Prof. dr. Jochemsen naar Prisma” (03-11-2008), Reformatorisch Dagblad
  3.   Weblink bron “„Bijbel geen handboek ethiek”” (05-03-2009), Reformatorisch Dagblad
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be