auto-importeur
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- au·to-im·por·teur
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van auto zn en importeur zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | auto-importeur | auto-importeurs |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de auto-importeur m
- (handel) bedrijf dat vierwielige gemotoriseerde personenvervoersmiddelen koopt in het buitenland om ze te verkopen in het binnenland
- (beroep) persoon die vierwielige gemotoriseerde personenvervoersmiddelen koopt in het buitenland om ze te verkopen in het binnenland
Gangbaarheid
- Het woord auto-importeur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.