autoschade

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  autoschade    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• au·to·scha·de

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  auto zn  en  schade zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	autoschade	autoschaden autoschades
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de autoschade v / m

1. beschadiging van auto's door bijvoorbeeld ongevallen

   ▸ De directeur van Van Markus Autoschade in Zeist schetst een nóg slechter beeld: "Ik denk dat het aantal schades in 10 jaar wel met 20 procent is afgenomen. Er zijn op dit moment veel te veel bedrijven voor het werk dat er is. Ik heb zelf de afgelopen jaren een aantal bedrijven overgenomen en daarmee de concurrentie uitgeschakeld. Het is een vechtmarkt."

   ▸ In de hal van 14.000 vierkante meter waren meer dan tien bedrijven gevestigd, onder meer een autoschade-herstelbedrijf. Daar zijn verschillende ontploffingen gehoord. De brandweer vermoedt dat er gasflessen zijn geëxplodeerd.

Afgeleide begrippen

• autoschadebedrijf, autoschadeherstel

Gangbaarheid

• Het woord autoschade staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.