• ach·ter·bak
enkelvoud meervoud
naamwoord achterbak achterbakken
verkleinwoord achterbakje achterbakjes

de achterbakm

  1. kofferbak achter in een auto
     ‘We zijn er.’ Jack parkeerde de auto naast de grensmuur. Ik trok mijn rugzak uit de achterbak en bedankte hem hartelijk voor zijn hulp.[1]
99 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be