achterbak
- ach·ter·bak
- samenstelling van achter bw en bak zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | achterbak | achterbakken |
verkleinwoord | achterbakje | achterbakjes |
de achterbak m
- kofferbak achter in een auto
- ▸ ‘We zijn er.’ Jack parkeerde de auto naast de grensmuur. Ik trok mijn rugzak uit de achterbak en bedankte hem hartelijk voor zijn hulp.[1]
- Het woord achterbak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "achterbak" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be