autovervoer

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  autovervoer    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• au·to·ver·voer

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  auto zn  en  vervoer zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	autovervoer
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het autovervoer o

1. personenvervoer met behulp van een auto

   ▸ "Het kan lopend zijn, met autovervoer, busjes of bakfietsen. Het is even improviseren." Aan de meeste alternatieven hangt natuurlijk een prijskaartje. "Vandaag zijn we nog niet bezig met die extra kosten. Daar gaan we ons over buigen als de kinderen morgen op hun plaats van bestemming zijn."

   ▸ Lyft is razendsnel uitgegroeid tot een geduchte concurrent voor Uber. Uber is nog wel een stuk groter en opereert ook buiten de VS. "Uber heeft een hele andere kijk op de wereld dan wij", legt Green uit. "Wij hebben nooit een betere taxi willen creëren. De markt voor gewoon autovervoer is veel groter dan voor taxivervoer. We willen die markt gebruiken en bespelen."

Gangbaarheid

• Het woord autovervoer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.