Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • twee·de·hands·au·to
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tweedehandsauto tweedehandsauto's
verkleinwoord tweedehandsautootje tweedehandsautootjes

Zelfstandig naamwoord

de tweedehandsautom

  1. een niet nieuwe auto die aan een nieuwe eigenaar verkocht wordt.
    • Ik koop nooit een nieuwe maar altijd een tweedehandsauto. 

Gangbaarheid