bromauto
- brom·au·to
- samenstelling van brom en auto zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bromauto | bromauto's |
verkleinwoord | bromautootje | bromautootjes |
de bromauto m
- (verkeer) gemotoriseerd voertuig met een beperkte maximumsnelheid met meer dan twee wielen vooral gebruikt door bejaarden en gehandicapten
- Het woord bromauto staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.