Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • au·to·be·las·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord autobelasting autobelastingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de autobelastingv

  1. (België) belasting die men moet betalen om te mogen autorijden, wegenbelasting, motorrijtuigenbelasting
    • In België betaalt de automobilist autobelasting in Nederland wegenbelasting 

Gangbaarheid