Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • au·to·ver·ko·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord autoverkoper autoverkopers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de autoverkoperm

  1. (beroep) iemand die auto's verkoopt als beroep
    • De deskundige autoverkoper werkt bij een autodealer. 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be