Nederlands

 
1. Een compostauto in de New York (2019).
Uitspraak
Woordafbreking
  • com·post·au·to
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord compostauto compostauto's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de compostautom

  1. (verkeer) vrachtwagen voor het vervoer van fermenterend organisch afval
     De heer A. Rijkeboer uit Meppel, die woensdag met zijn volkswagen een botsing heeft gehad met een compostauto op de Zuiderweg bij Hoogeveen, is vrijdag in het ziekenhuis Bethesda te Hogeveen overleden.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron Na aanrijding overleden in: Nieuwe Tilburgsche courant  , jrg. 78 nr. 23528 (11 februari 1956), p. 2 kol. 2