• com·post
enkelvoud meervoud
naamwoord compost -
verkleinwoord

compost m / o

  1. residu dat ontstaat na ontbinding van organisch materiaal (d.w.z. van plantaardige of dierlijke oorsprong)
enkelvoud meervoud
naamwoord compost -
verkleinwoord

de compostv

  1. (verouderd) (kookkunst) door koken of stampen tot moes gemaakt mengsel van voedsel
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]


enkelvoud meervoud
compost composts

compost

  1. compost
vervoeging
onbepaalde wijs to  compost 
he/she/it  composts 
verleden tijd  composted 
voltooid
deelwoord
 composted 
onvoltooid
deelwoord
 composting 
gebiedende wijs  compost 

compost

  1. overgankelijk composteren


compost m

  1. compost


compost

  1. compost


compost

  1. compost