autoverhuurder
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- au·to·ver·huur·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van auto en verhuurder
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | autoverhuurder | autoverhuurders |
verkleinwoord | autoverhuurdertje | autoverhuurdertjes |
Zelfstandig naamwoord
de autoverhuurder m
- iemand of organisatie die een auto tegen betaling ter beschikking stelt
- De autoverhuurder zorgde dat de auto's goed onderhouden werden.
Gangbaarheid
- Het woord autoverhuurder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.