• ben·zi·ne·au·to

debenzineautom

  1. een vierwielig motorvoertuig met een benzinemotor
     Naar verwachting is een elektrische auto die in 2020 wordt gekocht vijf jaar later nog bijna de helft van het aankoopbedrag waard. Dat is aanzienlijk meer dan bij de geschatte restwaarde na vijf jaar van een fonkelnieuwe benzineauto (zo'n 40 procent) of bij diesels, die de laatste jaren steeds minder gewild zijn en daardoor sneller in waarde dalen (ongeveer 30 procent).[2]
     Die subsidie moet ervoor zorgen dat het prijsverschil tussen een benzineauto en een elektrische kleiner wordt en we massaal aan elektrisch gaan rijden. Maar wat is dat prijsverschil nu en wat is dat straks in 2021?[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 11 juni 2022 Weblink bron “'Restwaarde elektrische auto straks beter dan bij benzine of diesel'” (05-06-2019), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 11 juni 2022 Weblink bron
    Leen Kraniotis
    “Wat gaat dat straks kosten, gesubsidieerd elektrisch rijden?” (30-11-2018), NOS