autohandelaar
- au·to·han·de·laar
- samenstelling van auto en handelaar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | autohandelaar | autohandelaren autohandelaars |
verkleinwoord | autohandelaartje | autohandelaartjes |
de autohandelaar m
- (beroep) iemand die voor zijn beroep nieuwe of tweedehandsauto's in- en verkoopt
- Een dealer is een autohandelaar die gespecialiseerd is in één automerk.
- De onbetrouwbare autohandelaar knoeit met de kilometerstand van de tweedehandsauto's die hij verkoopt.
- Het woord autohandelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.