plug-inhybrideauto

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plug-in·hy·bri·de·au·to
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord plug-inhybrideauto plug-inhybrideauto's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de plug-inhybrideautom

  1. auto met zowel een benzine- als een elektrische motor waarbij men de batterij ook via een stopcontact kan opladen
     In 2018 heb ik zelf de zolder aan de binnenkant geïsoleerd met acht centimeter extra steenwol. Een jaar later heb ik de instellingen van de cv-ketel aangepast (bijvoorbeeld door de aanvoertemperatuur op maximaal 50 graden te zetten) en kwamen er zestien zonnepanelen. In februari van dit jaar zijn er nog zes bijgekomen op het tuinhuis. Waardoor we in totaal nu 6300 kWh zouden moeten opwekken. Dat is ook wel nodig, omdat we drie ingebouwde airco’s in huis hebben die ook verwarmen. En we rijden een plug-inhybrideauto. Onlangs hebben we de spouwmuur nog na geïsoleerd met aminotherm.”[1]
Synoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Robert Hüsken
    “Marc: ‘Ik kreeg vorig jaar een aanbod om mijn tarief voor vijf jaar vast te zetten, dat heb ik niet gedaan’” (30-09-2022), Tubantia