autogarage
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: autogarage (hulp, bestand)
Woordafbreking
- au·to·ga·ra·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | autogarage | autogarages |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de autogarage v
- gebouw waarin men een auto kan stallen
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord autogarage staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Acht en zeven jaar celstraf voor vader en zoon” (Vrijdag 3 maart 2017, 15:49), NOS
- ↑ Weblink bron “Verlaten vrachtwagen met drugs veroorzaakt chaos” (Woensdag 15 maart 2017, 12:02), NOS