Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • post·au·to
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord postauto postauto's
verkleinwoord postautootje postautootjes

Zelfstandig naamwoord

de postautom

  1. (verkeer) een auto waarmee post vervoerd wordt.
    • De postauto haalde de brieven op uit de brievenbussen. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be