Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • au·to·an·ten·ne
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord autoantenne autoantennes
autoantennen
verkleinwoord autoantennetje autoantennetjes

Zelfstandig naamwoord

de autoantennev / m

  1. (elektronica), (techniek) een op een auto gemonteerde antenne voor het ontvangen van radioprogramma's, communicatie of navigatie
    • De autoantenne is beschadigd, maar doet het nog steeds. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid