Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • au·to·ver·war·ming
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord autoverwarming autoverwarmingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de autoverwarmingv

  1. een verwarming die het compartiment voor de passagiers in een warm houdt

Gangbaarheid