autoveerboot
- au·to·veer·boot
- samenstelling van auto zn en veerboot zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | autoveerboot | autoveerboten |
verkleinwoord | autoveerbootje | autoveerbootjes |
- een veerboot waarmee ook auto's overgezet kunnen worden
- ▸ Ze hadden een halfuur later in Zweden kunnen zijn, of in elk geval aan boord van een van de vele autoveerboten tussen Helsingor en Helsingborg. Als ze bijvoorbeeld van vluchtauto hadden gewisseld in Vedboek.[1]
- ▸ De afvaarten van de autoveerboot van en naar Vlieland, respectievelijk 16.45 en 19.00 uur, komen te vervallen, evenals die van en naar Terschelling om 17.30 en 19.55 uur. Passagiers die al een kaartje hebben, worden omgeboekt naar een andere afvaart op die dag.[2]
- Het woord 'autoveerboot' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645149
- ↑ Weblink bron “Minder afvaarten Terschelling en Vlieland” (12 januari 2017), Reformatorisch Dagblad