brandweerauto
- brand·weer·au·to
- samenstelling van brandweer en auto
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brandweerauto | brandweerauto's |
verkleinwoord | brandweerautootje | brandweerautootjes |
de brandweerauto m
- (verkeer) signaalrode wagen voorzien van een sirene waarmee de brandweer uitrukt om hulp te leveren
- ▸ Terwijl ik een tweede blikje opentrok zag ik opeens in de verte een zwarte rookpluim. Binnen een paar minuten reden er een aantal brandweerauto’s langs de camping.[1]
- (speelgoed) speelgoed in de vorm van een brandweerauto
- ▸ Mijn broertje speelde een eindje verderop met een brandweerauto alsof er niets was gebeurd.[2]
1.
- Het woord brandweerauto staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "brandweerauto" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044632767
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be