personenauto
- Geluid: personenauto (hulp, bestand)
- IPA: //, //
- per·so·nen·au·to
- samenstelling van persoon en auto met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | personenauto | personenauto's |
verkleinwoord | personenautootje | personenautootjes |
de personenauto m
- (verkeer) een motorvoertuig voor het vervoer van enkele mensen
- Tussen de bussen en vrachtwagens stond een personenauto.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord personenauto staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.