Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sport·au·to
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sportauto sportauto's
verkleinwoord sportautootje sportautootjes

Zelfstandig naamwoord

de sportautom

  1. een auto speciaal gemaakt om, de indruk te wekken, snel te kunnen rijden, sturen en te remmen.
    • Een sportauto is vooral een hebbedingetje voor de man van middelbare leeftijd. 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be