Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • au·to·was·ser
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord autowasser autowassers
verkleinwoord autowassertje autowassertjes

Zelfstandig naamwoord

de autowasserm

  1. (beroep) iemand die tegen betaling auto's schoonmaakt
     Hoewel het talent van Sánchez al op jonge leeftijd zichtbaar was, was zijn weg naar faam zeker niet vanzelfsprekend. Hij werd geboren in de noordelijke havenstad Tocopilla en had geen gemakkelijke jeugd. Hij was nog jong toen zijn vader het gezin verliet. Zijn moeder moest hard werken om brood op de plank te krijgen. Zelf verdiende de jonge Sánchez bij als autowasser.[2]
     Door de verhuizing raakte Jinno zijn tabakswinkeltje kwijt en moest hij zien rond te komen als autowasser. "Het lot is me niet gunstig gezind", verzucht hij nu. "Mijn leven was zo anders geweest zonder de Spelen."[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “'Wonderkind' Sánchez op zijn best” (Woensdag 18 juni 2014, 11:01), NOS
  3.   Weblink bron “Japanner weer dakloos door Spelen” (Woensdag 18 september 2013, 17:06), NOS