• au·to·we·reld
enkelvoud meervoud
naamwoord autowereld autowerelden
verkleinwoord autowereldje autowereldjes

de autowereldv / m

  1. alles en iedereen die wat te maken heeft met auto's
     Het bedrijf bevestigt noch ontkent, maar de autowereld reageert massaal. “Logisch. Want als zo’n groot bedrijf iets van plan is, dan gebeurt het ook”, zegt Sergio Marchionne. De topman van Fiat, Chrysler en Ferrari juicht de komst van de iCar toe.[1]
     Het beroemde model werd geïntroduceerd in 1955 en zorgde voor een revolutie in de autowereld. De Citroën DS had een aantal technieken die nog nooit in één auto waren toegepast, zoals kreukelzones en een opvouwbaar stuur. Ook was de DS het eerste model met een plastic dashboard.[2]
     De ambitie bij de internetgigant was groot. De auto waaraan werd gewerkt, had geen stuur en geen gas- en rempedaal. In de autowereld kent men vijf fasen van zelfstandig rijden, Google ging daarmee direct voor de vijfde.[3]
     De esthetiek van de stalling is ook nog eens geleend uit de autowereld. Dat past goed bij de fietsers met een snelle e-bike die hun nieuwe, dure heilige koe willen beschermen tegen aanrakingen door anderen. Alle snelheidswinst die ze op straat hebben geboekt, kunnen ze hier weer inleveren, want de fietsers met een fiets-op-eigen-kracht hebben intussen al een zitplek in de trein. Ga maar staan.[4]
  1.   Weblink bron “'Laat die iCar maar komen'” (Zaterdag 7 maart 2015, 06:59), NOS
  2.   Weblink bron “'Het is misschien wel de beste auto die ooit gemaakt is'” (Zondag 24 mei 2015, 16:20), NOS
  3.   Weblink bron “Zelfrijdende auto van Google of Apple? Reken er maar niet op” (Dinsdag 13 december 2016, 15:27), NOS
  4.   Weblink bron
    Reinder Rustema
    “Opinie: ‘De fietsflat past veel beter bij de oerfiets dan de nieuwe fietsenstalling’” (30 januari 2023, 03:00), Het Parool