autosurfen
- Geluid: autosurfen (hulp, bestand)
- au·to·sur·fen
- samenstelling van auto zn en surfen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
autosurfen |
autosurfde autosurfte |
geautosurfd geautosurft |
zwak -t
zwak -d |
volledig |
autosurfen
- onovergankelijk staand op een autodak zich rond laten rijden
- (internet) met behulp van speciale software automatisch over het internet surfen waardoor het lijkt of webpagina's vaak worden bezocht en die daardoor aantrekkelijke worden voor adverteerders
- Het woord autosurfen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.