autosurfte
- Geluid: autosurfte (hulp, bestand)
- au·to·surf·te
vervoeging van |
---|
autosurfen |
autosurfte
- enkelvoud verleden tijd van autosurfen
- Ik autosurfte.
- Jij autosurfte.
- Hij, zij, het autosurfte.
- Ik autosurfte.
- Het woord autosurfte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.