• au·to·be·stuur·ster
enkelvoud meervoud
naamwoord autobestuurster autobestuursters
verkleinwoord

de autobestuursterv

  1. (verkeer) vrouw die een auto bestuurt
     Autobestuurster ongedeerd na snelwegglijpartij bij knooppunt Beekbergen[1]
     Enkele dagen eerder overleed in Lokeren een vrouw die ook nog snel de overweg wilde oversteken. En nog afgelopen week negeerde een autobestuurster alle signalen aan een overweg in Sint-Niklaas. De vrouw overleefde de klap en de brandweer kon haar uit het wrak van haar auto bevrijden.[2]
  1.   Weblink bron
    Anouk van Veldhuizen
    “Autobestuurster ongedeerd na snelwegglijpartij bij knooppunt Beekbergen” (27-09-2021), Tubantia
  2.   Weblink bron “Fietser steekt gesloten spoorweg over terwijl Infrabel-woordvoerder interview geeft over spoorlopers” (Dinsdag 5 december 2023 om 09:50), De Standaard