• au·to·brand·stof
enkelvoud meervoud
naamwoord autobrandstof autobrandstoffen
verkleinwoord

de autobrandstofv / m

  1. brandstoffen die men in automotoren kan gebruiken
     De effecten van de verhoging van de accijnzen op autobrandstof in de grensstreek zijn beperkt. Bij diesel gaat het om een daling van 4 procent. Bij benzine zijn de effecten iets groter, maar de accijns op benzine is niet verhoogd. Premier Rutte zei dat na de ministerraad.[1]
     De uitgaven voor autobrandstof zijn in een vakantie al snel 300 euro. "Wie slim tankt, en dus rekening houdt met deze prijsverschillen, kan makkelijk 30 euro of meer besparen", zegt Paul van Selms van UnitedConsumers. "Slim tanken betekent in het buitenland ook de snelwegstations mijden, want die zijn per definitie duurder."[2]


  1.   Weblink bron “Rutte: grensstreekeffecten zijn beperkt” (Woensdag 28 mei 2014, 14:04), NOS
  2.   Weblink bron “Prijsverschil benzine in EU groter” (Woensdag 3 juli 2013, 09:13), NOS