Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • au·to·groep
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord autogroep autogroepen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de autogroepv / m

  1. bedrijf met meerdere vestigingen die betrokken is bij de verkoop, productie en het onderhoud van auto's
     Oostendorp Autogroep wilde graag een advertentie in het lokale dagblad plaatsen om degenschermer Bas Verwijlen succes te wensen op zijn weg naar de Olympische Spelen, maar ziet daar toch maar van af. Het mag niet van het Internationaal Olympisch Comité (IOC).[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “De sponsoren van olympische atleten? Die bestaan even niet” (Vrijdag 29 juli 2016, 16:11), NOS