ziekenauto
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ziekenauto (hulp, bestand)
- IPA: /ˈzikənˌɑuto/, /ˈzikənˌoto/
Woordafbreking
- zie·ken·au·to
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ziekenauto | ziekenauto's |
verkleinwoord | ziekenautootje | ziekenautootjes |
Zelfstandig naamwoord
de ziekenauto m
- (verkeer) een voertuig ingericht voor het vervoer van zieken of gewonden
- Er stond een ziekenauto bij de buren voor de deur; er zou toch niets gebeurd zijn?
Vertalingen
1. een voertuig ingericht voor het vervoer van zieken of gewonden
Gangbaarheid
- Het woord ziekenauto staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ziekenauto" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be