Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • au·to·stam·boom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord autostamboom autostambomen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de autostamboomm

  1. register waarin alle vorige eigenaren van een klassieke auto zijn opgenomen

Gangbaarheid