1. De begrafenisauto rijdt vooraan de stoet bij de uitvaart van Frits van Dijk   in 1960.
  • be·gra·fe·nis·au·to
enkelvoud meervoud
naamwoord begrafenisauto begrafenisauto's
verkleinwoord - -

de begrafenisautom

  1. motorvoertuig bestemd om als lijkwagen gebruikt te worden
     De Colombiaanse politie vond dinsdag een grote hoeveelheid marihuana in een begrafenisauto. De wiet bleek verstopt te zitten in een grafkist.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Colombiaanse politie vindt 300 kilo marihuana in grafkist” (28 augustus 2019) op nu.nl