autotrein
- au·to·trein
- samenstelling van auto en trein [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | autotrein | autotreinen |
verkleinwoord | autotreintje | autotreintjes |
de autotrein m
- (spoorwegen) personentrein waarop men ook zijn auto of motor mee kan nemen, terwijl ze zelf verblijven in een ander deel van de trein
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord autotrein staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.