Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • droom·au·to
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord droomauto droomauto's
verkleinwoord droomautootje droomautootjes

Zelfstandig naamwoord

de droomautom

  1. een auto om van te dromen, een geweldige auto
    • Hij vond zijn kleine rode auto een echte droomauto 

Gangbaarheid