vierhonderd
0 | 4 | 0 | 0 |
vierhonderd,
op een abacus
op een abacus
Telwoord (nl) | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
0 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 |
10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 |
20 | 21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 | 27 | 28 | 29 |
30 | 31 | 32 | 33 | 34 | 35 | 36 | 37 | 38 | 39 |
40 | 41 | 42 | 43 | 44 | 45 | 46 | 47 | 48 | 49 |
50 | 51 | 52 | 53 | 54 | 55 | 56 | 57 | 58 | 59 |
60 | 61 | 62 | 63 | 64 | 65 | 66 | 67 | 68 | 69 |
70 | 71 | 72 | 73 | 74 | 75 | 76 | 77 | 78 | 79 |
80 | 81 | 82 | 83 | 84 | 85 | 86 | 87 | 88 | 89 |
90 | 91 | 92 | 93 | 94 | 95 | 96 | 97 | 98 | 99 |
100 | 200 | 300 | 400 | 500 | 600 | 700 | 800 | 900 | 1000 |
106 | 109 | 1012 | 1015 | 1018 | 1021 | 1024 | 1027 | 1030 | 1033 |
1036 | 1039 | 1042 | 1045 | 1048 | 1051 | 1054 | 1057 | 1060 | 1063 |
1066 | 1069 | 1072 | 1075 | 1099 | 10100 | 10120 | 10303 | 103003 | ∞ |
- Geluid: vierhonderd (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvirhɔndərt / (3 lettergrepen); /ˈviːrˌɦɔndərt/
- vier·hon·derd
- samenstelling van vier ht en honderd ht
ˈvierhonderd'
- "400", het getal tussen driehonderdnegenennegentig en vierhonderdeen, vier maal honderd
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen vierhonderd euro en zevenendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- We logeerden vlakbij het strand in kamer vierhonderd van het grootste hotel.
- om een hoeveelheid aan te geven
rangtelwoord
hoofdtelwoorden samengesteld met "vierhonderd" ht als linkerdeel
- vierhonderdeen
- vierhonderdtwee
- vierhonderddrie
- vierhonderdvier
- vierhonderdvijf
- vierhonderdzes
- vierhonderdzeven
- vierhonderdacht
- vierhonderdnegen
- vierhonderdtien
- vierhonderdelf
- vierhonderdtwaalf
- vierhonderddertien
- vierhonderdveertien
- vierhonderdvijftien
- vierhonderdzestien
- vierhonderdzeventien
- vierhonderdachttien
- vierhonderdnegentien
- vierhonderdtwintig
- vierhonderdeenentwintig
- vierhonderdtweeëntwintig
- vierhonderddrieëntwintig
- vierhonderdvierentwintig
- vierhonderdvijfentwintig
- vierhonderdzesentwintig
- vierhonderdzevenentwintig
- vierhonderdachtentwintig
- vierhonderdnegenentwintig
- vierhonderddertig
- vierhonderdeenendertig
- vierhonderdtweeëndertig
- vierhonderddrieëndertig
- vierhonderdvierendertig
- vierhonderdvijfendertig
- vierhonderdzesendertig
- vierhonderdzevenendertig
- vierhonderdachtendertig
- vierhonderdnegenendertig
- vierhonderdveertig
- vierhonderdeenenveertig
- vierhonderdtweeënveertig
- vierhonderddrieënveertig
- vierhonderdvierenveertig
- vierhonderdvijfenveertig
- vierhonderdzesenveertig
- vierhonderdzevenenveertig
- vierhonderdachtenveertig
- vierhonderdnegenenveertig
- vierhonderdvijftig
- vierhonderdeenenvijftig
- vierhonderdtweeënvijftig
- vierhonderddrieënvijftig
- vierhonderdvierenvijftig
- vierhonderdvijfenvijftig
- vierhonderdzesenvijftig
- vierhonderdzevenenvijftig
- vierhonderdachtenvijftig
- vierhonderdnegenenvijftig
- vierhonderdzestig
- vierhonderdeenenzestig
- vierhonderdtweeënzestig
- vierhonderddrieënzestig
- vierhonderdvierenzestig
- vierhonderdvijfenzestig
- vierhonderdzesenzestig
- vierhonderdzevenenzestig
- vierhonderdachtenzestig
- vierhonderdnegenenzestig
- vierhonderdzeventig
- vierhonderdeenenzeventig
- vierhonderdtweeënzeventig
- vierhonderddrieënzeventig
- vierhonderdvierenzeventig
- vierhonderdvijfenzeventig
- vierhonderdzesenzeventig
- vierhonderdzevenenzeventig
- vierhonderdachtenzeventig
- vierhonderdnegenenzeventig
- vierhonderdtachtig
- vierhonderdeenentachtig
- vierhonderdtweeëntachtig
- vierhonderddrieëntachtig
- vierhonderdvierentachtig
- vierhonderdvijfentachtig
- vierhonderdzesentachtig
- vierhonderdzevenentachtig
- vierhonderdachtentachtig
- vierhonderdnegenentachtig
- vierhonderdnegentig
- vierhonderdeenennegentig
- vierhonderdtweeënnegentig
- vierhonderddrieënnegentig
- vierhonderdvierennegentig
- vierhonderdvijfennegentig
- vierhonderdzesennegentig
- vierhonderdzevenennegentig
- vierhonderdachtennegentig
- vierhonderdnegenennegentig
- vierhonderdeneen
- vierhonderdentwee
- vierhonderdendrie
- vierhonderdenvier
- vierhonderdenvijf
- vierhonderdenzes
- vierhonderdenzeven
- vierhonderdenacht
- vierhonderdennegen
- vierhonderdentien
- vierhonderdenelf
- vierhonderdentwaalf
- vierhonderdendertien
- vierhonderdenveertien
- vierhonderdenvijftien
- vierhonderdenzestien
- vierhonderdenzeventien
- vierhonderdenachttien
- vierhonderdennegentien
- vierhonderdentwintig
- vierhonderdeneenentwintig
- vierhonderdentweeëntwintig
- vierhonderdendrieëntwintig
- vierhonderdenvierentwintig
- vierhonderdenvijfentwintig
- vierhonderdenzesentwintig
- vierhonderdenzevenentwintig
- vierhonderdenachtentwintig
- vierhonderdennegenentwintig
- vierhonderdendertig
- vierhonderdeneenendertig
- vierhonderdentweeëndertig
- vierhonderdendrieëndertig
- vierhonderdenvierendertig
- vierhonderdenvijfendertig
- vierhonderdenzesendertig
- vierhonderdenzevenendertig
- vierhonderdenachtendertig
- vierhonderdennegenendertig
- vierhonderdenveertig
- vierhonderdeneenenveertig
- vierhonderdentweeënveertig
- vierhonderdendrieënveertig
- vierhonderdenvierenveertig
- vierhonderdenvijfenveertig
- vierhonderdenzesenveertig
- vierhonderdenzevenenveertig
- vierhonderdenachtenveertig
- vierhonderdennegenenveertig
- vierhonderdenvijftig
- vierhonderdeneenenvijftig
- vierhonderdentweeënvijftig
- vierhonderdendrieënvijftig
- vierhonderdenvierenvijftig
- vierhonderdenvijfenvijftig
- vierhonderdenzesenvijftig
- vierhonderdenzevenenvijftig
- vierhonderdenachtenvijftig
- vierhonderdennegenenvijftig
- vierhonderdenzestig
- vierhonderdeneenenzestig
- vierhonderdentweeënzestig
- vierhonderdendrieënzestig
- vierhonderdenvierenzestig
- vierhonderdenvijfenzestig
- vierhonderdenzesenzestig
- vierhonderdenzevenenzestig
- vierhonderdenachtenzestig
- vierhonderdennegenenzestig
- vierhonderdenzeventig
- vierhonderdeneenenzeventig
- vierhonderdentweeënzeventig
- vierhonderdendrieënzeventig
- vierhonderdenvierenzeventig
- vierhonderdenvijfenzeventig
- vierhonderdenzesenzeventig
- vierhonderdenzevenenzeventig
- vierhonderdenachtenzeventig
- vierhonderdennegenenzeventig
- vierhonderdentachtig
- vierhonderdeneenentachtig
- vierhonderdentweeëntachtig
- vierhonderdendrieëntachtig
- vierhonderdenvierentachtig
- vierhonderdenvijfentachtig
- vierhonderdenzesentachtig
- vierhonderdenzevenentachtig
- vierhonderdenachtentachtig
- vierhonderdennegenentachtig
- vierhonderdennegentig
- vierhonderdeneenennegentig
- vierhonderdentweeënnegentig
- vierhonderdendrieënnegentig
- vierhonderdenvierennegentig
- vierhonderdenvijfennegentig
- vierhonderdenzesennegentig
- vierhonderdenzevenennegentig
- vierhonderdenachtennegentig
- vierhonderdennegenennegentig
- vierhonderdduizend
1. het getal 400
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vierhonderd | vierhonderds |
verkleinwoord | vierhonderdje | vierhonderdjes |
- dat wat in een (rang)ordening met 400 is aangeduid
- Als jij vierhonderd opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner.
de vierhonderd mv
- groep van 400 eenheden
- Die vierhonderd kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.
- Het woord vierhonderd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Telwoord (afr) | ||||
---|---|---|---|---|
0 | ||||
1 | 11 | 10 | 100 | 103 |
2 | 12 | 20 | 200 | 106 |
3 | 13 | 30 | 300 | 109 |
4 | 14 | 40 | 400 | |
5 | 15 | 50 | 500 | |
6 | 16 | 60 | 600 | |
7 | 17 | 70 | 700 | |
8 | 18 | 80 | 800 | |
9 | 19 | 90 | 900 |
vierhonderd