tien
![]() |
Nederlands
0 | 0 | 1 | 0 |
tien,
op een abacus
op een abacus
Telwoord (nl) | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
0 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 |
10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 |
20 | 21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 | 27 | 28 | 29 |
30 | 31 | 32 | 33 | 34 | 35 | 36 | 37 | 38 | 39 |
40 | 41 | 42 | 43 | 44 | 45 | 46 | 47 | 48 | 49 |
50 | 51 | 52 | 53 | 54 | 55 | 56 | 57 | 58 | 59 |
60 | 61 | 62 | 63 | 64 | 65 | 66 | 67 | 68 | 69 |
70 | 71 | 72 | 73 | 74 | 75 | 76 | 77 | 78 | 79 |
80 | 81 | 82 | 83 | 84 | 85 | 86 | 87 | 88 | 89 |
90 | 91 | 92 | 93 | 94 | 95 | 96 | 97 | 98 | 99 |
100 | 200 | 300 | 400 | 500 | 600 | 700 | 800 | 900 | 1000 |
106 | 109 | 1012 | 1015 | 1018 | 1021 | 1024 | 1027 | 1030 | 1033 |
1036 | 1039 | 1042 | 1045 | 1048 | 1051 | 1054 | 1057 | 1060 | 1063 |
1066 | 1069 | 1072 | 1075 | 1099 | 10100 | 10120 | 10303 | 103003 | ∞ |
Uitspraak
Woordafbreking
- tien
Woordherkomst en -opbouw
- (erfwoord) via Middelnederlands tien van Oudnederlands tēn, als telwoord voor het eerst aangetroffen in het jaar 701 [1][2][3]
Hoofdtelwoord
tien
- "10", het getal tussen negen en elf
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen tien euro en zevenendertig cent.
- ▸ 'Moet je nu zien!', zucht patron Thierry Gleize (49). 'Moeilijk, moeilijk... binnen tien jaar is het hier afgelopen.'[4]
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- Het juiste antwoord op opgave tien is "42".
- om een hoeveelheid aan te geven
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
zelfstandig naamwoord samengesteld met "tien" ht
bijvoeglijk naamwoord samengesteld met "tien" ht
bijwoord
rangtelwoord
hooftelwoorden samengesteld met "tien" ht als linkerdeel
hooftelwoorden samengesteld met "tien" ht als rechterdeel
- achtduizend tien
- achtendertighonderdtien
- achtennegentighonderdtien
- achtentachtighonderdtien
- achtentwintighonderdtien
- achtenveertighonderdtien
- achtenvijftighonderdtien
- achtenzestighonderdtien
- achtenzeventighonderdtien
- achthonderdtien
- achttien
- achttienhonderdtien
- dertien
- dertienhonderdtien
- drieduizend tien
- drieëndertighonderdtien
- drieënnegentighonderdtien
- drieëntachtighonderdtien
- drieëntwintighonderdtien
- drieënveertighonderdtien
- drieënvijftighonderdtien
- drieënzestighonderdtien
- drieënzeventighonderdtien
- driehonderdtien
- duizend tien
- eenendertighonderdtien
- eenennegentighonderdtien
- eenentachtighonderdtien
- eenentwintighonderdtien
- eenenveertighonderdtien
- eenenvijftighonderdtien
- eenenzestighonderdtien
- eenenzeventighonderdtien
- elfhonderdtien
- honderdtien
- negenduizend tien
- negenendertighonderdtien
- negenennegentighonderdtien
- negenentachtighonderdtien
- negenentwintighonderdtien
- negenenveertighonderdtien
- negenenvijftighonderdtien
- negenenzestighonderdtien
- negenenzeventighonderdtien
- negenhonderdtien
- negentien
- negentienhonderdtien
- twaalfhonderdtien
- tweeduizend tien
- tweeëndertighonderdtien
- tweeënnegentighonderdtien
- tweeëntachtighonderdtien
- tweeëntwintighonderdtien
- tweeënveertighonderdtien
- tweeënvijftighonderdtien
- tweeënzestighonderdtien
- tweeënzeventighonderdtien
- tweehonderdtien
- veertien
- veertienhonderdtien
- vierduizend tien
- vierendertighonderdtien
- vierennegentighonderdtien
- vierentachtighonderdtien
- vierentwintighonderdtien
- vierenveertighonderdtien
- vierenvijftighonderdtien
- vierenzestighonderdtien
- vierenzeventighonderdtien
- vierhonderdtien
- vijfduizend tien
- vijfendertighonderdtien
- vijfennegentighonderdtien
- vijfentachtighonderdtien
- vijfentwintighonderdtien
- vijfenveertighonderdtien
- vijfenvijftighonderdtien
- vijfenzestighonderdtien
- vijfenzeventighonderdtien
- vijfhonderdtien
- vijftien
- vijftienhonderdtien
- zesduizend tien
- zesendertighonderdtien
- zesennegentighonderdtien
- zesentachtighonderdtien
- zesentwintighonderdtien
- zesenveertighonderdtien
- zesenvijftighonderdtien
- zesenzestighonderdtien
- zesenzeventighonderdtien
- zeshonderdtien
- zestien
- zestienhonderdtien
- zevenduizend tien
- zevenendertighonderdtien
- zevenennegentighonderdtien
- zevenentachtighonderdtien
- zevenentwintighonderdtien
- zevenenveertighonderdtien
- zevenenvijftighonderdtien
- zevenenzestighonderdtien
- zevenenzeventighonderdtien
- zevenhonderdtien
- zeventien
- zeventienhonderdtien
Vertalingen
1. het getal 10
|
|
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tien | tienen |
verkleinwoord | tientje | tientjes |
Zelfstandig naamwoord
- dat wat in een (rang)ordening met 10 is aangeduid
- Het is weer de tien die het niet doet, kunnen we die niet simpel vervangen?
- Hij had een uitzonderlijke aanleg voor wiskunde en haalde daarvoor zonder veel inspanning een tien op zijn rapport.
- Haar elfde verjaardag was een belangrijk moment, want haar leven werd heel anders toen ze de tien eenmaal voorbij was.
tien mv
- groep van 10 eenheden
- Deze tien zijn natuurlijk blij, maar laten we ook denken aan het verdriet van de vier die zijn afgewezen.
Uitdrukkingen en gezegden
- [1] een tien met een griffel (en een zoen van de juffrouw) krijgeneen resultaat behalen dat grote trots rechtvaardigt
Anagrammen
Gangbaarheid
- Het woord tien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "tien" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ tien op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "tien" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Peter Giesen “Route Nationale 7, leuker dan de Route du Soleil” (30 juli 2014), de Volkskrant
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Achterhoeks
Hoofdtelwoord
tien
- tien; het gehele getal tussen negen en elf, in Arabische cijfers 10, in Romeinse cijfers X
Schrijfwijzen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tien | tienen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
tien
- tien; het getal 10
Afrikaans
Uitspraak
Telwoord (afr) | ||||
---|---|---|---|---|
0 | ||||
1 | 11 | 10 | 100 | 103 |
2 | 12 | 20 | 200 | 106 |
3 | 13 | 30 | 300 | 109 |
4 | 14 | 40 | 400 | |
5 | 15 | 50 | 500 | |
6 | 16 | 60 | 600 | |
7 | 17 | 70 | 700 | |
8 | 18 | 80 | 800 | |
9 | 19 | 90 | 900 |
Hoofdtelwoord
tien
Angelsaksisch
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Proto-Germaanse *tehun
Hoofdtelwoord
tien
- tien; het gehele getal tussen negen en elf, in Arabische cijfers 10, in Romeinse cijfers X
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Middelnederlands
Woordherkomst en -opbouw
Hoofdtelwoord
tien
- tien; het gehele getal tussen negen en elf, in Arabische cijfers 10, in Romeinse cijfers X
Nedersaksisch
Woordherkomst en -opbouw
Hoofdtelwoord
tien
- tien; het gehele getal tussen negen en elf, in Arabische cijfers 10, in Romeinse cijfers X
Schrijfwijzen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tien | tienen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
tien
- tien; het getal 10
Westfaals
Hoofdtelwoord
tien
- (West-Münsterlands) tien; het gehele getal tussen negen en elf, in Arabische cijfers 10, in Romeinse cijfers X
Schrijfwijzen
Zeeuws
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Middelnederlandse tien
Hoofdtelwoord
tien
- tien; het gehele getal tussen negen en elf, in Arabische cijfers 10, in Romeinse cijfers X