Nederlands

       
0 3 1 0
driehonderdtien,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • drie·hon·derd·tien
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

driehonderdtien

  1. "310", het getal tussen driehonderdnegen en driehonderdelf, driehonderd plus tien
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen driehonderdtien euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer driehonderdtien van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "driehonderdtien" ht als linkerdeel

Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord driehonderdtien driehonderdtiens
verkleinwoord driehonderdtientje driehonderdtientjes

Zelfstandig naamwoord

de driehonderdtienv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 310 is aangeduid
    • Als jij driehonderdtien opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

driehonderdtien mv

  1. groep van 310 eenheden
    • Die driehonderdtien kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid