binair
- bi·nair
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘tweeledig’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
- afgeleid van het Franse binaire met het achtervoegsel -air [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | binair | binairder | binairst |
verbogen | binaire | binairdere | binairste |
partitief | binairs | binairders | - |
binair
- tweeledig, hebbende twee leden of onderdelen
- ▸ De nomenclatuur, zoo zegt Linnaeus, is in de plantkunde even belangrijk, als de indeeling en hij eischt derhalve voor alles eenvormigheid van de geslachtsnamen, d.w.z., dat soorten, die tot eenzelfde geslacht behooren, ook dezelfde geslachtsaanduiding zullen hebben. Vóór Linnaeus’ tijd heerschte op het gebied der plantennamen een ware chaos, zoodat deze eisch niet ongerechtvaardigd was. De binaire naamgeving echter, zonder welke wij thans niet zouden kunnen werken, werd eerst doorgevoerd met de publicatie van het plantkundig hoofdwerk Species plantarum (1753).[3]
- gegroepeerd twee aan twee, paarsgewijs, hebbende twee polen, uitersten
- ▸ De onmiddellijke elementen vaneen electrolyt, of diegenen die vatbaar zijn om direkt gescheiden te worden door de electrische stroom, zijn gegroepeerd twee aan twee of binair. De betrekking van het gewigt van die twee elementen is dezelfde als die van hun atoomgewigt of van veelvouden van hunne atomen.[4]
- Al in 1948 stelde seksuoloog Alfred Kinsey dat seksuele geaardheid geen binair iets is, maar een continuüm, met aan de ene kant van de schaalvolledig hetero en aan de andere kant volledig homo. Veel mensen zitten ergens tussen deze twee uitersten in. [5]
- ▸ De onmiddellijke elementen vaneen electrolyt, of diegenen die vatbaar zijn om direkt gescheiden te worden door de electrische stroom, zijn gegroepeerd twee aan twee of binair. De betrekking van het gewigt van die twee elementen is dezelfde als die van hun atoomgewigt of van veelvouden van hunne atomen.[4]
- (wiskunde) in of volgens paren ofwel volgens een talstelsel met grondtal twee
- [2] non-binair
- binaire boom, binaire zoekboom
- [1] ternair, quaternair, octaal, decimaal, duodecimaal, hexadecimaal, sexagesimaal
- Het woord binair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "binair" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "binair" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ binair op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron W.F. Daems, Carl Linnaeus, jrg 1, no 21 (22-05-1943), De Nederlandsche Apothekerskamer,Elandstraat 2, ’s-Gravenhage in: Tijdschrift voor artsenijkunde; het Nederlandsche apothekersblad-officieel orgaan van de Nederlandsche Apothekerskamer, p. 425.
- ↑ Weblink bron Mededeelingen der Departementen, departement Rotterdam, nr. 9. (juli 1861), Belinfante's-Gravenhage in: Berichten van de Nederlandsche Maatschappij ter Bevordering der Pharmacie., p. 94.
- ↑ Dominique Prins, 5-12-2017. "Ineens weet je het", Provinciale Zeeuwse Courant, p. 21. Online: www.krantenbankzeeland.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be