halftien
- half·tien
- samenstelling van half en tien [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | halftien | |
verkleinwoord |
- een tijdstip op de klok halverwege negen en tien uur
- Het woord halftien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.