0 0 1 8
achttien,
op een abacus


Telwoord (nl)
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
20 21 22 23 24 25 26 27 28 29
30 31 32 33 34 35 36 37 38 39
40 41 42 43 44 45 46 47 48 49
50 51 52 53 54 55 56 57 58 59
60 61 62 63 64 65 66 67 68 69
70 71 72 73 74 75 76 77 78 79
80 81 82 83 84 85 86 87 88 89
90 91 92 93 94 95 96 97 98 99
100 200 300 400 500 600 700 800 900 1000
106 109 1012 1015 1018 1021 1024 1027 1030 1033
1036 1039 1042 1045 1048 1051 1054 1057 1060 1063
1066 1069 1072 1075 1099 10100 10120 10303 103003
  • acht·tien

achttien

  1. "18", het getal tussen zeventien en negentien, tien plus acht
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen achttien euro en zevenendertig cent. 
       Geen van de onderzoeken die waren uitgevoerd had antwoord kunnen geven op de vraag waarom de eerste brug in de rivier was gestort en achttien man had gedood.[4]
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • Het juiste antwoord op opgave achttien is "42". 

zelfstandig naamwoord samengesteld met "achttien" ht

bijvoeglijk naamwoord samengesteld met "achttien" ht

bijwoord

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "achttien" ht als linkerdeel

hooftelwoorden samengesteld met "achttien" ht als rechterdeel
enkelvoud meervoud
naamwoord achttien achttiens
verkleinwoord achttienje achttienjes

de achttienv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 18 is aangeduid
    • Het is weer de achttien die het niet doet, kunnen we die niet simpel vervangen? 
    • Haar negentiende verjaardag was een belangrijk moment, want haar leven werd heel anders toen ze de achttien eenmaal voorbij was. 

de achttienmv

  1. groep van 18 eenheden
    • De achttien zijn natuurlijk blij, maar laten we ook denken aan het verdriet van de vier die zijn afgewezen. 
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]


achttien

  1. achttien; 8 + 10, in Arabische cijfers 18, in Romeinse cijfers XVIII


achttien

  1. achttien; 8 + 10, in Arabische cijfers 18, in Romeinse cijfers XVIII