tachtig
0 | 0 | 8 | 0 |
tachtig,
op een abacus
op een abacus
Telwoord (nl) | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
0 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 |
10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 |
20 | 21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 | 27 | 28 | 29 |
30 | 31 | 32 | 33 | 34 | 35 | 36 | 37 | 38 | 39 |
40 | 41 | 42 | 43 | 44 | 45 | 46 | 47 | 48 | 49 |
50 | 51 | 52 | 53 | 54 | 55 | 56 | 57 | 58 | 59 |
60 | 61 | 62 | 63 | 64 | 65 | 66 | 67 | 68 | 69 |
70 | 71 | 72 | 73 | 74 | 75 | 76 | 77 | 78 | 79 |
80 | 81 | 82 | 83 | 84 | 85 | 86 | 87 | 88 | 89 |
90 | 91 | 92 | 93 | 94 | 95 | 96 | 97 | 98 | 99 |
100 | 200 | 300 | 400 | 500 | 600 | 700 | 800 | 900 | 1000 |
106 | 109 | 1012 | 1015 | 1018 | 1021 | 1024 | 1027 | 1030 | 1033 |
1036 | 1039 | 1042 | 1045 | 1048 | 1051 | 1054 | 1057 | 1060 | 1063 |
1066 | 1069 | 1072 | 1075 | 1099 | 10100 | 10120 | 10303 | 103003 | ∞ |
- tach·tig
- erfwoord via Middelnederlands tachtich van Oudnederlands ahtig, als telwoord voor het eerst aangetroffen in het jaar 1100; afgeleid van acht ht met het achtervoegsel -tig en met t- als restant van een oud voorvoegsel dat tienvouden aangaf [1][2][3]
tachtig
- "80", het getal tussen negenenzeventig en eenentachtig, acht maal tien
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen tachtig euro en zevenendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- Het juiste antwoord op opgave tachtig is "42".
- om een hoeveelheid aan te geven
- tachtigen (oude verbogen vorm na sommige voorzetsels)
zelfstandig naamwoord samengesteld met "tachtig" ht
bijvoeglijk naamwoord samengesteld met "tachtig" ht
bijwoord
rangtelwoord
hooftelwoorden samengesteld met "tachtig" ht als linkerdeel
hooftelwoorden samengesteld met "tachtig" ht als rechterdeel
- achtduizend tachtig
- achtentachtig
- achtendertighonderdtachtig
- achtennegentighonderdtachtig
- achtentachtighonderdtachtig
- achtentwintighonderdtachtig
- achtenveertighonderdtachtig
- achtenvijftighonderdtachtig
- achtenzestighonderdtachtig
- achtenzeventighonderdtachtig
- achthonderdtachtig
- achttienhonderdtachtig
- dertienhonderdtachtig
- drieduizend tachtig
- drieëntachtig
- drieëndertighonderdtachtig
- drieënnegentighonderdtachtig
- drieëntachtighonderdtachtig
- drieëntwintighonderdtachtig
- drieënveertighonderdtachtig
- drieënvijftighonderdtachtig
- drieënzestighonderdtachtig
- drieënzeventighonderdtachtig
- driehonderdtachtig
- duizend tachtig
- eenentachtig
- eenendertighonderdtachtig
- eenennegentighonderdtachtig
- eenentachtighonderdtachtig
- eenentwintighonderdtachtig
- eenenveertighonderdtachtig
- eenenvijftighonderdtachtig
- eenenzestighonderdtachtig
- eenenzeventighonderdtachtig
- elfhonderdtachtig
- honderdtachtig
- negenduizend tachtig
- negenentachtig
- negenendertighonderdtachtig
- negenennegentighonderdtachtig
- negenentachtighonderdtachtig
- negenentwintighonderdtachtig
- negenenveertighonderdtachtig
- negenenvijftighonderdtachtig
- negenenzestighonderdtachtig
- negenenzeventighonderdtachtig
- negenhonderdtachtig
- negentienhonderdtachtig
- twaalfhonderdtachtig
- tweeduizend tachtig
- tweeëntachtig
- tweeëndertighonderdtachtig
- tweeënnegentighonderdtachtig
- tweeëntachtighonderdtachtig
- tweeëntwintighonderdtachtig
- tweeënveertighonderdtachtig
- tweeënvijftighonderdtachtig
- tweeënzestighonderdtachtig
- tweeënzeventighonderdtachtig
- tweehonderdtachtig
- veertienhonderdtachtig
- vierduizend tachtig
- vierentachtig
- vierendertighonderdtachtig
- vierennegentighonderdtachtig
- vierentachtighonderdtachtig
- vierentwintighonderdtachtig
- vierenveertighonderdtachtig
- vierenvijftighonderdtachtig
- vierenzestighonderdtachtig
- vierenzeventighonderdtachtig
- vierhonderdtachtig
- vijfduizend tachtig
- vijfentachtig
- vijfendertighonderdtachtig
- vijfennegentighonderdtachtig
- vijfentachtighonderdtachtig
- vijfentwintighonderdtachtig
- vijfenveertighonderdtachtig
- vijfenvijftighonderdtachtig
- vijfenzestighonderdtachtig
- vijfenzeventighonderdtachtig
- vijfhonderdtachtig
- vijftienhonderdtachtig
- zesduizend tachtig
- zesentachtig
- zesendertighonderdtachtig
- zesennegentighonderdtachtig
- zesentachtighonderdtachtig
- zesentwintighonderdtachtig
- zesenveertighonderdtachtig
- zesenvijftighonderdtachtig
- zesenzestighonderdtachtig
- zesenzeventighonderdtachtig
- zeshonderdtachtig
- zestienhonderdtachtig
- zevenduizend tachtig
- zevenentachtig
- zevenendertighonderdtachtig
- zevenennegentighonderdtachtig
- zevenentachtighonderdtachtig
- zevenentwintighonderdtachtig
- zevenenveertighonderdtachtig
- zevenenvijftighonderdtachtig
- zevenenzestighonderdtachtig
- zevenenzeventighonderdtachtig
- zevenhonderdtachtig
- zeventienhonderdtachtig
1. het getal 80
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tachtig | tachtigs |
verkleinwoord | tachtigje | tachtigjes |
- dat wat in een (rang)ordening met 80 is aangeduid
- Het is weer de tachtig die het niet doet, kunnen we die niet simpel vervangen?
- Haar eenentachtigste verjaardag was een belangrijk moment, want haar leven werd heel anders toen ze de tachtig eenmaal voorbij was.
de tachtig mv
- groep van 80 eenheden
- De tachtig zijn natuurlijk blij, maar laten we ook denken aan het verdriet van de vier die zijn afgewezen.
- Het woord tachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tachtig" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ tachtig op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "tachtig" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be