honderdtachtig
0 | 1 | 8 | 0 |
honderdtachtig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: honderdtachtig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌhɔndərˈtɑxtəx / (4 lettergrepen)
- hon·derd·tach·tig
- samenstelling van honderd ht en tachtig ht
honderdtachtig
- "180", het getal tussen honderdnegenenzeventig en honderdeenentachtig, honderd plus tachtig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen honderdtachtig euro en zevenendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- We logeerden vlakbij het strand in kamer honderdtachtig van het grootste hotel.
- om een hoeveelheid aan te geven
rangtelwoord
hooftelwoorden samengesteld met "honderdtachtig" ht als linkerdeel
1. het getal 180
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | honderdtachtig | honderdtachtigs |
verkleinwoord | honderdtachtigje | honderdtachtigjes |
- dat wat in een (rang)ordening met 180 is aangeduid
- Als jij honderdtachtig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner.
de honderdtachtig mv
- groep van 180 eenheden
- Die honderdtachtig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.
- Het woord honderdtachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.