0 8 0 0
achthonderd,
op een abacus


Telwoord (nl)
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
20 21 22 23 24 25 26 27 28 29
30 31 32 33 34 35 36 37 38 39
40 41 42 43 44 45 46 47 48 49
50 51 52 53 54 55 56 57 58 59
60 61 62 63 64 65 66 67 68 69
70 71 72 73 74 75 76 77 78 79
80 81 82 83 84 85 86 87 88 89
90 91 92 93 94 95 96 97 98 99
100 200 300 400 500 600 700 800 900 1000
106 109 1012 1015 1018 1021 1024 1027 1030 1033
1036 1039 1042 1045 1048 1051 1054 1057 1060 1063
1066 1069 1072 1075 1099 10100 10120 10303 103003
  • acht·hon·derd

ˈachthonderd'

  1. "800", het getal tussen zevenhonderdnegenennegentig en achthonderdeen, acht maal honderd
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen achthonderd euro en zevenendertig cent. 
     Toen het vlakke plateau overging in een lange steile klim, volgden we ontelbare haarspeldbochten de rotswand op. Hoe hoger we kwamen, hoe dichter ik tegen de rotswand ging lopen, doordat het naast me loodrecht naar beneden liep. We klommen nog achthonderd meter omhoog.[1]
    1. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer achthonderd van het grootste hotel. 

rangtelwoord

hoofdtelwoorden samengesteld met "achthonderd" ht als linkerdeel
enkelvoud meervoud
naamwoord achthonderd achthonderds
verkleinwoord achthonderdje achthonderdjes

de achthonderdv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 800 is aangeduid
    • Als jij achthonderd opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

de achthonderdmv

  1. groep van 800 eenheden
    • Die achthonderd kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers