0 0 1 6
zestien,
op een abacus


Telwoord (nl)
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
20 21 22 23 24 25 26 27 28 29
30 31 32 33 34 35 36 37 38 39
40 41 42 43 44 45 46 47 48 49
50 51 52 53 54 55 56 57 58 59
60 61 62 63 64 65 66 67 68 69
70 71 72 73 74 75 76 77 78 79
80 81 82 83 84 85 86 87 88 89
90 91 92 93 94 95 96 97 98 99
100 200 300 400 500 600 700 800 900 1000
106 109 1012 1015 1018 1021 1024 1027 1030 1033
1036 1039 1042 1045 1048 1051 1054 1057 1060 1063
1066 1069 1072 1075 1099 10100 10120 10303 103003
  • zes·tien

zestien

  1. (wiskunde) natuurlijk getal tussen vijftien en zeventien, tien plus zes, in cijfers uitgeschreven als "16"
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen zestien euro en zevenendertig cent. 
       Gelukkig kwamen de zestien wielen net op tijd knarsend tot stilstand, gevolgd door een grote stofwolk.[4]
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • Het juiste antwoord op opgave zestien is "42". 

bijvoeglijk naamwoord samengesteld met "zestien" ht

bijwoord

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "zestien" ht als linkerdeel

hooftelwoorden samengesteld met "zestien" ht als rechterdeel
enkelvoud meervoud
naamwoord zestien zestiens
verkleinwoord zestientje zestientjes

de zestienv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 16 is aangeduid
    • Het is weer de zestien die het niet doet, kunnen we die niet simpel vervangen? 
    • Haar zeventiende verjaardag was een belangrijk moment, want haar leven werd heel anders toen ze de zestien eenmaal voorbij was. 
  2. (voetbal) het gemarkeerde gebied tot ruim 16 meter voor elk doel
    • Hands binnen de zestien: dat moet een strafschop zijn! 

de zestienmv

  1. groep van 16 eenheden
    • De zestien zijn natuurlijk blij, maar laten we ook denken aan het verdriet van de vier die zijn afgewezen. 
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[5]


zestien

  1. zestien; 6 + 10, in Arabische cijfers 16, in Romeinse cijfers XVI.


zestien

  1. zestien; 6 + 10, in Arabische cijfers 16, in Romeinse cijfers XVI.