eenentachtig
0 | 0 | 8 | 1 |
eenentachtig,
op een abacus
op een abacus
Telwoord (nl) | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
0 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 |
10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 |
20 | 21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 | 27 | 28 | 29 |
30 | 31 | 32 | 33 | 34 | 35 | 36 | 37 | 38 | 39 |
40 | 41 | 42 | 43 | 44 | 45 | 46 | 47 | 48 | 49 |
50 | 51 | 52 | 53 | 54 | 55 | 56 | 57 | 58 | 59 |
60 | 61 | 62 | 63 | 64 | 65 | 66 | 67 | 68 | 69 |
70 | 71 | 72 | 73 | 74 | 75 | 76 | 77 | 78 | 79 |
80 | 81 | 82 | 83 | 84 | 85 | 86 | 87 | 88 | 89 |
90 | 91 | 92 | 93 | 94 | 95 | 96 | 97 | 98 | 99 |
100 | 200 | 300 | 400 | 500 | 600 | 700 | 800 | 900 | 1000 |
106 | 109 | 1012 | 1015 | 1018 | 1021 | 1024 | 1027 | 1030 | 1033 |
1036 | 1039 | 1042 | 1045 | 1048 | 1051 | 1054 | 1057 | 1060 | 1063 |
1066 | 1069 | 1072 | 1075 | 1099 | 10100 | 10120 | 10303 | 103003 | ∞ |
- Geluid: eenentachtig (hulp, bestand)
- IPA: / ˈenənˌtɑxtəx / (4 lettergrepen)
- een·en·tach·tig
eenentachtig
- "81", het getal tussen tachtig en tweeëntachtig, tachtig plus een of negen maal negen
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen eenentachtig euro en zevenendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- Het juiste antwoord op opgave eenentachtig is "42".
- om een hoeveelheid aan te geven
- eenentachtigen (oude verbogen vorm na sommige voorzetsels)
zelfstandig naamwoord samengesteld met "eenentachtig" ht
bijvoeglijk naamwoord samengesteld met "eenentachtig" ht
bijwoord
rangtelwoord
hooftelwoorden samengesteld met "eenentachtig" ht als linkerdeel
hooftelwoorden samengesteld met "eenentachtig" ht als rechterdeel
- achtendertighonderdeenentachtig
- achtennegentighonderdeenentachtig
- achtentachtighonderdeenentachtig
- achtentwintighonderdeenentachtig
- achtenveertighonderdeenentachtig
- achtenvijftighonderdeenentachtig
- achtenzestighonderdeenentachtig
- achtenzeventighonderdeenentachtig
- achtduizend eenentachtig
- achthonderdeenentachtig
- achttienhonderdeenentachtig
- dertienhonderdeenentachtig
- drieëndertighonderdeenentachtig
- drieënnegentighonderdeenentachtig
- drieëntachtighonderdeenentachtig
- drieëntwintighonderdeenentachtig
- drieënveertighonderdeenentachtig
- drieënvijftighonderdeenentachtig
- drieënzestighonderdeenentachtig
- drieënzeventighonderdeenentachtig
- drieduizend eenentachtig
- driehonderdeenentachtig
- duizend eenentachtig
- eenendertighonderdeenentachtig
- eenennegentighonderdeenentachtig
- eenentachtighonderdeenentachtig
- eenentwintighonderdeenentachtig
- eenenveertighonderdeenentachtig
- eenenvijftighonderdeenentachtig
- eenenzestighonderdeenentachtig
- eenenzeventighonderdeenentachtig
- elfhonderdeenentachtig
- honderdeenentachtig
- negenendertighonderdeenentachtig
- negenennegentighonderdeenentachtig
- negenentachtighonderdeenentachtig
- negenentwintighonderdeenentachtig
- negenenveertighonderdeenentachtig
- negenenvijftighonderdeenentachtig
- negenenzestighonderdeenentachtig
- negenenzeventighonderdeenentachtig
- negenduizend eenentachtig
- negenhonderdeenentachtig
- negentienhonderdeenentachtig
- twaalfhonderdeenentachtig
- tweeëndertighonderdeenentachtig
- tweeënnegentighonderdeenentachtig
- tweeëntachtighonderdeenentachtig
- tweeëntwintighonderdeenentachtig
- tweeënveertighonderdeenentachtig
- tweeënvijftighonderdeenentachtig
- tweeënzestighonderdeenentachtig
- tweeënzeventighonderdeenentachtig
- tweeduizend eenentachtig
- tweehonderdeenentachtig
- veertienhonderdeenentachtig
- vierendertighonderdeenentachtig
- vierennegentighonderdeenentachtig
- vierentachtighonderdeenentachtig
- vierentwintighonderdeenentachtig
- vierenveertighonderdeenentachtig
- vierenvijftighonderdeenentachtig
- vierenzestighonderdeenentachtig
- vierenzeventighonderdeenentachtig
- vierduizend eenentachtig
- vierhonderdeenentachtig
- vijfendertighonderdeenentachtig
- vijfennegentighonderdeenentachtig
- vijfentachtighonderdeenentachtig
- vijfentwintighonderdeenentachtig
- vijfenveertighonderdeenentachtig
- vijfenvijftighonderdeenentachtig
- vijfenzestighonderdeenentachtig
- vijfenzeventighonderdeenentachtig
- vijfduizend eenentachtig
- vijfhonderdeenentachtig
- vijftienhonderdeenentachtig
- zesendertighonderdeenentachtig
- zesennegentighonderdeenentachtig
- zesentachtighonderdeenentachtig
- zesentwintighonderdeenentachtig
- zesenveertighonderdeenentachtig
- zesenvijftighonderdeenentachtig
- zesenzestighonderdeenentachtig
- zesenzeventighonderdeenentachtig
- zesduizend eenentachtig
- zeshonderdeenentachtig
- zestienhonderdeenentachtig
- zevenendertighonderdeenentachtig
- zevenennegentighonderdeenentachtig
- zevenentachtighonderdeenentachtig
- zevenentwintighonderdeenentachtig
- zevenenveertighonderdeenentachtig
- zevenenvijftighonderdeenentachtig
- zevenenzestighonderdeenentachtig
- zevenenzeventighonderdeenentachtig
- zevenduizend eenentachtig
- zevenhonderdeenentachtig
- zeventienhonderdeenentachtig
1. het getal 81
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eenentachtig | eenentachtigs |
verkleinwoord | eenentachtigje | eenentachtigjes |
- dat wat in een (rang)ordening met 81 is aangeduid
- Het is weer de eenentachtig die het niet doet, kunnen we die niet simpel vervangen?
- Haar tweeëntachtigste verjaardag was een belangrijk moment, want haar leven werd heel anders toen ze de eenentachtig eenmaal voorbij was.
de eenentachtig mv
- groep van 81 eenheden
- De eenentachtig zijn natuurlijk blij, maar laten we ook denken aan het verdriet van de vier die zijn afgewezen.
- Het woord eenentachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.