zeshonderdeenentachtig

Nederlands

       
0 6 8 1
zeshonderdeenentachtig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • zes·hon·derd·een·en·tach·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

zeshonderdeenentachtig

  1. "681", het getal tussen zeshonderdtachtig en zeshonderdtweeëntachtig, zeshonderd plus eenentachtig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen zeshonderdeenentachtig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer zeshonderdeenentachtig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "zeshonderdeenentachtig" ht als linkerdeel

Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord zeshonderdeenentachtig zeshonderdeenentachtigs
verkleinwoord zeshonderdeenentachtigje zeshonderdeenentachtigjes

Zelfstandig naamwoord

de zeshonderdeenentachtigv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 681 is aangeduid
    • Als jij zeshonderdeenentachtig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

zeshonderdeenentachtig mv

  1. groep van 681 eenheden
    • Die zeshonderdeenentachtig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid