0 8 1 0
achthonderdtien,
op een abacus
  • acht·hon·derd·tien

achthonderdtien

  1. "810", het getal tussen achthonderdnegen en achthonderdelf, achthonderd plus tien
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen achthonderdtien euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer achthonderdtien van het grootste hotel. 

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "achthonderdtien" ht als linkerdeel

enkelvoud meervoud
naamwoord achthonderdtien achthonderdtiens
verkleinwoord achthonderdtientje achthonderdtientjes

de achthonderdtienv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 810 is aangeduid
    • Als jij achthonderdtien opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

de achthonderdtienmv

  1. groep van 810 eenheden
    • Die achthonderdtien kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.